Jakob Lorber:
Brieven van Jezus en Abgarus
Pb. 64 blz., Uitg. Schors - Amsterdam, ISBN 978 90 6556 263 0
Een van de eerste christelijke apocriefe
documenten is de briefwisseling tussen Jezus en Abgarus Ukkama, koning van
Edessa. Deze stad Edessa is het oudste uitstralingsgebied van het Aramese
christendom. Tegenwoordig heet deze plaats Urfa, en is gelegen in het zuidelijke
berggebied van Turkije aan een kleine rivier die samen met enkele andere een
zijtak vormt van de Eufraat. Volgens Augustinus zouden er geen
brieven van Jezus bestaan, maar in de Syrische kerk stond de traditie van deze
briefwisseling onomstotelijk vast, hetgeen blijkt uit vroegchristelijke
Syrische documenten. De meest eminente getuige voor de echtheid van deze
briefwisseling is echter Eusebius van Caesarea (263 - 339). Het
voornaamste werk van deze grote geleerde en bisschop is zijn omvangrijke
10-delige "Kerkgeschiedenis". In het eerste deel hiervan beschrijft
hij dat hij deze briefwisseling in de archieven van de stad Edessa heeft
gevonden in de koninklijke documentenverzameling. Hij vermeldt tevens dat hij
de brieven met grote zorgvuldigheid heeft vertaald uit het Syrisch in het
Grieks, waarna de vertaling van de eerste twee brieven volgt. Alhoewel
geschreven in oorspronkelijk Duits, kunnen wij vaststellen dat de eerste twee
van deze 14 aan Jakob Lorber door de innerlijke stem opnieuw gedicteerde brieven
exact overeenstemmen met de twee bekende Griekse vertalingen van Eusebius.
Inhoudelijk kan deze correspondentie worden gezien als een evangelie in zeer beknopte vorm. De gewichtigste leerstukken en de essentie van de heilsboodschap van Christus vinden we hier kort samengevat in terug.